Arie-Wubbo, succesvol zakenman en uitvinder van de lepel waar geen saus aan blijft plakken. Vernoemd naar Arie Ribbens en Wubbo Ockels. Gestalkt door Rob de Nijs, maar zelf groot liefhebber van Johnny Cash. Op reis naar het geluk met een huifkar en een Oekraïens meisje met één been, om van een knoop in zijn maag af te komen. Dat klinkt allemaal behoorlijk bizar en dat is het natuurlijk ook.
De eerste hoofdstukken van het boek zetten direct de toon: veel absurde humor, een voorliefde voor muziek, vrouwen, voetbal en de stad Tilburg. En dat alles geschreven in korte zinnen, als ware het spreektaal. Het is een schrijfstijl en type humor die, voor zover het al ergens op lijkt, wellicht het dichtst in de buurt komt van die van schrijvers als Herman Brusselmans en cabaretiers als Hans Teeuwen. Voor sommigen een aanbeveling, voor anderen wellicht een afschrikking.
Maar er is méér. Ik zou het lezers die een link met de realiteit missen in het verhaal daarom ten zeerste afraden om al na de eerste hoofdstukken te stoppen met lezen. Zodra de wereldreis van Arie-Wubbo daadwerkelijk begint, en hij steeds meer vreemde personages ontmoet en exotische oorden betreedt, komt er ook steeds meer “hart” in het verhaal. De oplettende lezer begint na enige tijd op te vallen dat de vreemde personages die Arie-Wubbo ontmoet, staan voor (negatieve) eigenschappen van de mens die hij wellicht ook in zichzelf ziet. De innerlijke reis die de hoofdpersoon doormaakt komt hierdoor steeds meer op de voorgrond van het verhaal te staan. Een en ander wordt verduidelijkt door de gesprekken tussen Arie-Wubbo en zijn voormalig psychologe-voor-één-dag Annemarie, die als een soort leidraad in het verhaal verweven zijn.
Ook de spanning loopt op naarmate Arie-Wubbo verder van huis is. De beste hoofdstukken in het boek zijn m.i. ongetwijfeld de delen die plaatsvinden in Roemenië (waar hij zijn droomvrouw Adriana hoopt te ontmoeten, die hij echter eerst moet zien weg te smokkelen bij haar meer dan jaloerse en levensgevaarlijke broers) en de laatste hoofdstukken van het boek, waar hij misschien wel de belangrijkste keuze moet maken uit zijn leven. De manier waarop Arie-Wubbo die keuze uiteindelijk maakt, is er opnieuw één die volledig uniek is en die geheel past in de stijl van het verhaal. Dan blijkt ook eens te meer dat het verhaal meer is dan zomaar een humoristisch reisverhaal, en dat de auteur (zij het via het fictieve personage Arie-Wubbo) ook zijn eigen levenservaringen en levenslessen in het verhaal heeft verweven.
Het boek beschikt ook over een eigen soundtrack. Deze is ófwel via een bijgeleverde cd te beluisteren, ófwel (met de telefoon in de hand) via de QR codes in het boek. Er is zelfs een speciale Arie-Wubbo app ontwikkeld voor de iPhone. De combi boek-soundtrack-app is een (althans voor Nederland) uniek concept, dat al is opgepikt door o.a. De Volkskrant, VPRO en Bol.com. De soundtrack – gemaakt door een groep bevriende muzikanten o.l.v. Joep van Son en Jelle van Veenen, bestaat uit negen nummers in verschillende stijlen, met elementen van folk, 80s pop, indierock, electronica en country. Zoals het een soundtrack betaamt, gaat het stilistisch weliswaar vele kanten op, maar zonder de samenhang tussen de verschillende nummers en het totaalgeluid te verliezen. De soundtrack is daarom ook prima afzonderlijk te beluisteren.
Arie-Wubbo heeft ook een eigen website (
) en facebook pagina, waar meer info is te vinden over boek en muziek.