Al langere tijd ben ik fan van de romans van Christophe Vekeman. Een jaar of wat geleden zag ik hem optreden met de Night Writers en besloot toen hem te gaan lezen, waar ik geen moment spijt van heb gehad.
Wat me vooral fascineert aan Vekemans manier van schrijven is dat hij me laat lachen om situaties waarbij dat eigenlijk niet gepast is (volgens de gangbare sociale normen dan) en dat hij je zo weet mee te voeren in zijn eigen wereld en logica, dat het verhaal bij lange na niet zo onwaarschijnlijk is als je had gedacht na het lezen van de achterflap.
Kijkend naar de ietwat omineuze cover weet je dat het geen gezellig verhaal zal worden, maar wel een intrigerend verhaal. Vekeman heeft zichzelf als hoofdpersoon van deze roman neergezet. Hij is een schrijver die het schrijven en de wereld van de schrijvers beu is. Met de inspiratie wil het niet zo vlotten, hij is teleurgesteld in een boel dingen en besluit voor een tijdelijke afzondering te kiezen. Weg van zijn geliefde Wanda en weg van het schrijven.
Die afzondering brengt hij door in L. een plaats in Nederland, in Hotel Rozenstok. Een liefelijke naam, maar het hotel is op zijn zachtst gezegd een curieuze plaats, met bijpassende gasten. Door de sfeer die Vekeman oproept met het beschrijven van de tocht naar het nogal afgelegen hotel, de omgeving, het slepen met de koffer en het onverwachte zicht op het hotel, kreeg ik heel erg een
vibe.
Uiteraard krijgt een schrijver die het schrijven wil laten rusten op een plek als deze toch de kriebels. Met name de eigenaresse van het hotel fascineert Christophe. Ze doet zijn verbeelding volledig op hol slaan, maar hij lijkt haar toch ook enigszins te vrezen. Voeg daarbij dat er in het stadje nogal gehint wordt over een duistere gebeurtenis in Hotel Rozenstok -waarover niemand genegen lijkt uit te wijden- en je hebt een verhaal dat niet meer weg te leggen is.
Want wat is er gebeurd in Hotel Rozenstok? Waarom worden er zoveel half afgemaakte opmerkingen gemaakt, maar wil niemand er echt over praten? Toespelingen te over, maar wat is het ware verhaal? Christophe voert zijn eigen onderzoek.
Waar ik de eerste paar bladzijden wel altijd even in moet komen is de uitgebreide schrijfstijl van Vekeman. De vele bijzinnen in de toch al lange zinnen moeten weer wennen. Gelukkig went het vlot. Deze schrijfstijl zorgt ervoor dat juist de sfeer, de emotie, van het verhaal goed uit de verf komt.
Wat ik ook erg waardeer is de subtiliteit van schrijven. Door zijn manier van zeggen zit er zoveel meer verhaal achter het duidelijk zichtbare.
Om een voorbeeld te geven: in het hotel komt Vekeman zo af en toe een meisje tegen. Naar hij aanneemt de dochter van de eigenaars. Het verbaasd hem dat ze op de meest ongewone tijden opduikt. Wanneer ze hem heeft laten schrikken, vraagt hij haar naam. Haar antwoord: Ik heet niet meer.
Dat ene korte zinnetje opent zo’n stortvloed aan vragen en mogelijkheden dat je het boek even weg legt om de mogelijke implicaties hiervan te overdenken. En zo zijn er meer van dit soort momenten waarop Vekeman je een ander gedachtenspoor opduwt dan je van plan was te volgen.
Hotel Rozenstok las, voor mij, als een mysterie met een flinke snuif gothic novel. Fascinerend en duister zonder zwaar op de hand te zijn. Mijn aanbeveling om toch allemaal vooral één keer een roman van Vekeman te proeven, gaat vergezeld van een spoileralert: het verslavingsrisico van deze schrijver is groot.
Hotel Rozenstok/Christophe Vekeman/De Arbeiderspers/2015/208 blz./ISBN 9789029538985