“We zijn niks meer dan hamsters in een rad van eigen makelij.” Pepijn Lanen volgt in zijn nieuwe roman Naamloos dertig dagen een jongen die zelfs zijn eigen naam niet meer weet. Hij zet het leven van de naamloze af tegen de wereld vol liefde, tijd en tempo. Kan de jongen zichzelf vinden? Lanen schudt je wakker met zijn directe toonzetting vol humoristische elementen, maar maakt Naamloos niet tot een meesterwerk door in gebreke te blijven bij het creëren van een boeiend verhaal.
Naamloos wordt in dagboekvorm geschreven. Lanen neemt je mee naar dag 7, de dag waarop de naamloze ‘ik’ wakker wordt in een tijdelijk huis. Vrijwel direct toont Lanen zijn humoristische kant. Niet alleen de situatie is uiterst bijzonder, de hoofdpersoon weet vrijwel niets meer en is alle banden met het moderne leven kwijtgeraakt, maar ook het taalgebruik bevat de nodige humor: “Als ik mijn kortetermijngeheugen probeer aan te spreken krijg ik de ingesprektoon.” Vervolgens reizen we terug naar dag 1: ‘ik’ blijkt geen baan meer te hebben. Wel heeft hij een enorme kater en is hij zijn belangrijkste bezittingen, een telefoon, z’n naam en zijn laptop, kwijt: hij besluit een maand geen alcohol meer te nuttigen. Vervolgens probeert hij zijn leven opnieuw in te richten met onder andere hardlopen en niets doen. Lanen creëert met ‘ik’ een archetypische lamzak, die geen deel meer neemt aan de maatschappij: altijd veel gezopen, komt niet verder dan zitten en pizza eten. Daarbij typeert hij dit zó goed, dat je vrijwel direct een hekel aan ‘ik’ krijgt.
Niet alleen de typering van ‘ik’ is pakkend. Ook de herkenbare gedachtegangen en uitspraken van deze buitenstaander maken het verhaal bijzonder. Lanen toont een kritische blik op de wereld, maar beschrijft dit zó herkenbaar, dat iedereen wel iets van zichzelf in ‘ik’ ziet: “Woorden ontsnappen op een overdreven volume aan mijn lippen. Vreselijke woorden. Ziektes. Meerdere. Ontzettend onaardige opmerkingen over hele volksstammen. Verwensingen aan het adres van duizenden, zo niet miljoenen mensen, planten, dieren en alle organismen ertussenin. Als het levensvatbaar is volgens wetenschappelijk aantoonbaar bewijs dan is het zojuist vervloekt.”
Helaas valt Lanen halverwege het verhaal in herhaling. Waar ‘ik’ een eentonig en saai leven leidt, benadrukt Lanen dit door sommige passages te herhalen. Naamloos verliest kracht en begint te vervelen: de douchescènes waarbij het gordijn tegen je lichaam plakt kennen we na een paar dagen uit het leven van ‘ik’ wel.
Het leven van ‘ik’ krijgt een wending wanneer hij het meisje van het feest met alle alcohol tegenkomt in de trein. Tijdens een van zijn ritten naar zijn geboortestad, in de hoop dat ‘ik’ zijn geheugen opfrist, ontmoet hij haar en op slag is hij verliefd. Waar dit in eerste instantie romantisch aandoet, wordt het bizar wanneer ‘ik’ vanaf de eerste dag bij haar in huis trekt. Echter, wie dat ‘feitje’ accepteert, ontdekt een bijzonder verhaal. De mooie compositie, waarin Lanen het dagboek onderbreekt met de dagen -1, -2 en 7-1 en knutselt met de chronologie, helpt daarbij: opletten is een vereiste. Ook prachtige vormen van beeldspraak, “de vervreemding pakt je beet en smijt je na zijn walsje met jou weer tegen de vlakte”, en de kritische blik op de wereld geven Naamloos een extra dimensie: “Wat voor plaats is er voor een jongeman zonder naam?”
Samen met het meisje probeert ‘ik’ zijn leven weer op gang te krijgen, zonder alcohol. Dat gaat niet zonder slag, stoot of vreselijk besef: “Ik ben aan het verdwijnen,’ was mijn conclusie.” Naarmate het dagboek vordert en de dertig dagen voorbij trekken, wordt de thematiek in het verhaal duidelijk. Waar Lanen een soms absurde verhaallijn neerzet, laat hij je met zijn rake opmerkingen nadenken over de huidige maatschappij: “Een product wordt niet zo makkelijk een individu.”
In de slotpassages, waar ‘ik’ de grip op zijn leven verliest, verkrijgt en verliest, rondt Lanen het bijzondere, maar af en toe onwerkelijke verhaal af. Met dag dertig in zicht, lijken ‘ik’ en het meisje gered, maar niets is zeker. Lanen sluit Naamloos op passende, maar indrukwekkende wijze af. Ondanks het missende actieverhaal, waardoor het verhaal saai dreigt te worden, zorgt de kritische wereldblik en de humoristische schrijfstijl van Lanen ervoor dat Naamloos een naam krijgt.
Deze recensie is geschreven door Marloes Otten. Docente Nederlands op een school in Meppel, waar ze les geeft aan leerlingen uit de onderbouw van de havo, de mavo en het vwo. Marloes is een echte boekenwurm: van Mulisch tot Hertmans, van Lewinsky tot Williams: je maakt haar met van alles blij.
Naamloos/Pepijn Lanen/Uitgeverij Ambo|Anthos /2016/ISBN: 9789026333170