De Ierse auteur John Boyne debuteerde in 2006 met De jongen in de gestreepte pyjama, over een jongetje dat tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn ouders in een huis naast een concentratiekamp komt wonen, omdat zijn vader kampoverste is. Door de ogen van dat jongetje zien we hoe hij de wereld in dat concentratiekamp ervaart, zonder dat hij beseft hoe gruwelijk die wereld is. Dat boek is onlangs verfilmd.

Ondertussen schreef John Boyne verder aan een indrukwekkend oeuvre, met zeer verschillende verhalen als resultaat. Over tijd en dieven ervan, het oude Rusland, en onlangs verscheen over Wereldoorlog I van hem ook: De jongen die zijn vader zocht. Hij schreef ook twee kinderboeken: Noah Barleywater gaat ervandoor en De belevenissen van Barnaby Brocket.

Het boek dat nu voor me ligt, en dat ik in twee dagen uit had, is Het victoriaanse huis. Toegegeven: ik las “John Boyne” en dat is voor mij intussen een kwaliteitslabeltje. Verder was dit boek op basis van de voorplat een verrassing. De achterflap beloofd me een spannend verhaal, over een huis waar iets grondigs mis mee blijkt. Wie verwacht om iets over de victoriaanse tijd te lezen te krijgen, is eraan voor de moeite. Maar laat je dat niet tegenhouden om dit uitstekende verhaal te lezen: het houdt je vast tot aan zijn laatste bladzijde. Daarna mag je je adem weer uitblazen, mocht je hem de hele leestijd hebben ingehouden.

1867. Na de dood van haar vader leest Eliza Caine dat Gaudlin Hall, een huis in Norfolk, een gouvernante zoekt. Haar baan op de school waar ze werkt, geeft ze op, en ze gaat, zonder veel over het gezin waarvoor ze moet gaan zorgen, op de aanbieding in. Al heel snel merkt ze dat er met het huis en zijn bewoners iets heel erg mis is. Bovendien zijn de ouders van de kinderen niet aanwezig, en staat Eliza er helemaal alleen voor. Een knecht is haar komen ophalen van het station, maar veel uitleg krijgt ze van hem niet. Enkel dat er geen mevrouw of heer des huizes aanwezig is. Reeds de eerste nacht in Gaudlin Hall merkt Eliza dat ze allesbehalve welkom is. De mensen in het dorp mijden haar zoveel mogelijk als ze vertelt dat ze de nieuwe gouvernante is. Heel langzaam komt Eliza, samen met de lezer, te weten hoe de vork aan de steel zit. Echt verrassend is het allemaal niet. Maar het is zo ongelofelijk goed geschreven, zo spannend, dat je dit John Boyne vlot kunt vergeven, en merkt dat hij niet “Die auteur van oorlogsboeken” alleen is. Eliza Caine is een flinke jongedame, die vast van plan is om zich niet zomaar gewonnen te geven.

Het victoriaanse huis blijft altijd erg geloofwaardig. Veel griezel- of spookverhalen zijn wat mij betreft alleen maar spannend, en moeten het vaak hebben van effecten waarvan ik denk dat dit niet hoeft. Niets van dat alles bij Het victoriaanse huis. Die “Special Effects” zijn zeker aanwezig, maar John Boyne maakt dat ze zijn verhaal ten volle mee kunnen dienen. Héérlijk boek!

Deze recensie is samen geschreven met Katrien Temmerman uit Vlaanderen. Katrien schrijft over boeken op haar eigen blog http://boekenboekenboeken.blogspot.com  
Het victoriaanse huis / John Boyne / vertaald door Mechteld Jansen / Uitgeverij Meulenhoff Boekerij / 2013 / 226 pag. / ISBN 9789022568354

No Comments

Post a Comment